Keuringen

Door sommige leden wordt er gesproken over de ‘dwerggeitensport’. 

Dat geeft wel aan dat een belangrijk element voor de keuring is weggelegd. 

Aan het jaarlijkse keuringencir­cuit wordt door een groot aantal leden deel genomen.

 

De meeste fokkers nemen deel aan keuringen om de kwaliteit van de geiten uit eigen stal te vergelij­ken met de kwaliteit van collega fokkers. 

 

Andere vinden een keuringsdag een gezellig dagje uit, zij onderhouden de vriendschappe­lijke contacten met andere dwerggeitenfokkers tijdens zo’n dag. 

 

Een mix van beide, zowel meedin­gen naar de dagprijzen als sociale contacten onderhouden, kan natuurlijk ook een prima combi­natie zijn.

Keuringsseizoen

De keuringsagenda is zo samen­gesteld dat de Nationale Keuring in september de climax vormt. Deze Nationale Keuring is het toneel waar Nederlandse en Belgische leden van de N.F.D. met hun mooiste dieren naar toekomen en waar de Nederlandse kampioenen gekozen worden. De kampioenen mogen zich dan een jaar lang Nederlands kampioen noemen. Ook hier geldt de Olympische gedachte dat mee­doen belangrijker is dan winnen.

 

In de aanloop naar de Nationale Keuring organiseert iedere lidver­eniging een of meerdere keurin­gen. Dit kunnen zowel clubshows als open shows zijn. Een club­show is een keuring waar alleen de leden van de organiserende lid-vereniging hun dieren mogen inschrijven. Een dergelijke show is laagdrempelig met een beperktere concurrentie. Vooral voor begin­nende fokkers zijn dit de ideale gelegenheden om eens aan het grote werk te snuffelen.

 

Daarnaast kan een open show georganiseerd worden, dit houdt in dat de inschrijving vrij is waardoor ook leden van andere lidverenigingen met hun dieren kunnen deelne­men. In het bijzonder de open shows zijn goede graadmeters voor de kwaliteit die een fokker op stal heeft. Immers fokkers schrijven vaak alleen de toppers uit hun stal in op deze grote shows om zodoende af te tasten waar ze staan.

 

De laatste jaren komen er gemiddeld 200 geiten op de Nationale Keuring. De bokken hebben een aparte dag, de Bokkendag, waar ook groepen nakomelingen van vaderdieren getoond worden. Dit is een belangrijk onderdeel omdat op deze wijze de verervingskracht van een vaderdier in beeld wordt gebracht. De Bokkendag krijgt ook een steeds belangrijker karak­ter omdat daar de beslissingen voor het nieuwe dekseizoen gemaakt gaan worden.

 

Juryleden

Op de keuringen of shows worden de dieren beoordeeld door speci­aal opgeleide juryleden. Regelmatig worden juryledenop­leidingen gehouden om nieuwe, jonge juryleden op te leiden voor het grote werk. Het organiseren van de opleiding en het begelei­den en beoordelen van de aspirant juryleden is een van de taken van de juryledencommissie. Deze commissie bestaat uit de voorzit­ter van de Federatie en drie gere­nommeerde juryleden.

 

De opleiding wordt met het theo­retische gedeelte gestart, waarin De Standaard centraal staat. In De Standaard staat immers beschre­ven wat het fokdoel is en hoe een dier op onderdelen in elkaar behoort te zitten. Ook de termi­nologie vanuit De Standaard dienen ze zich eigen te maken. Het prak­tijkgedeelte bestaat uit het mee­lopen met een ervaren jurylid op de kleinere keuringen om zo de theorie in praktijk te brengen. Naast het volgens De Standaard keuren van de dieren, dient er na de plaatsing van de dieren mon­deling uitleg gegeven te worden. Fokkers willen graag weten waarom gekozen is voor deze volgorde en houden in hun fok­doel rekening met de opmerkin­gen over hun dier. De opleiding duurt twee jaar. In het eerste jaar loopt de kandidaat mee met twee ervaren juryleden en in het tweede jaar mag hij of zij al mee keuren en van commentaar voorzien, onder toeziend oog van een lid van de juryledencommissie. Bij een goed resultaat van dit oplei­dingstraject worden ze benoemd tot NFD-jurylid.

 

Om het keuringsseizoen te evalueren en het juryledencorps te uniformeren wordt jaarlijks door de juryledencommissie een juryledendag georganiseerd. Meestal begint een dergelijke dag met een praktijkgedeelte in de ochtend waar dieren beoordeeld en becommentarieerd worden. Het middagprogramma bestaat uit theorie. Het afgelopen keuringsseizoen wordt besproken en voor het nieuwe keuringsseizoen worden accenten vastgesteld waar extra aandacht aan gegeven wordt. Op deze wijze ontstaat een uiterst bekwaam juryledencorps met een professionele uitstraling.

 

Voorbereidingen

De tijd dat de dieren zo uit de wei of stal naar de keuring toe gingen, ligt ver achter ons. Met het toenemende wedstrijdelement laten fokkers steeds minder aan het toeval over. Alle voorbereidingen worden zorgvuldig gepland om de dieren voor te bereiden op het keuringsoptreden.

 

Enkele weken voor deelname aan een keuring dient u te controleren of de hoefjes niet te lang zijn en deze zonodig bij te knippen. Tijdens de keuring moet het dier zich goed presenteren en wanneer hij pijnlijk loopt dan lukt dit niet.

Tijdens de keuring dient het dier zich aan de keurmeesters te presenteren. Thuis oefenen met de geit om aan een riempje te lopen is dan ook geen overbodige luxe. Hier kan het beste op jonge leeftijd mee begonnen worden omdat de dieren dan het snelst leren. Op oudere leeftijd zijn enkele korte oefeningen thuis voor een keuring voldoende. Het dier dient aan de linkerzijde van de begeleider mee te lopen.

 

Kort voor de keuring, een aantal dagen van te voren, worden de dieren getoiletteerd. Hieronder wordt het verfraaien van de geit of de bok verstaan. 

De totale belijning van het dier wordt geaccentueerd door:

  • de langere haren aan de staart-rand weg te nemen;
  • het wegnemen van de lange beharing op de onderbuik en zoomranden mits de huidskleur niet doorschijnend wordt;
  • de onderbenen worden van lange haren, meestal op de achterkant, ontdaan waardoor de benen een hardere en drogere indruk maken;
  • de lange kamharen op de rug worden weggenomen zodat er een fraaie strakke bovenlijn wordt;
  • op de keuringsdag wordt het dier opgewreven met een doekje waar enkele druppels olie op zitten. De horens worden hierdoor extra geaccentueerd en de vacht wordt zo mooi glimmend gemaakt. Dit kan ook door dc dieren op te poetsen met schapenwol.

Verwacht van dit toilet geen over­weldigende effecten. Immers, een perfect dier dat op de top gepre­senteerd wordt, heeft vaak maar amper toilet nodig. Ook storende fouten in de bouw van een dier worden (gelukkig) niet weggemof­feld door toilet.

 

De keuringsdag

Als dan de dag van de keuring is aangebroken, vergeet dan niet de attributen die deze dag gebruikt worden mee te nemen. In de keu­ringskoffer zitten halsbandjes en showriempjes voor het voorbren­gen, spullen om de vacht op te poetsen en een borstel. Een emmer om de dieren tussentijds uit te laten drinken is, zeker op warme dagen, geen overbodige luxe. Om de honger te stillen wordt hooi meegenomen. Het is belangrijk dat de dieren geduren­de de dag blijven eten om zo vol­doende kracht te houden om zich ook in de middag van hun beste kant te laten zien.

 

De dieren worden meestal met zeven of acht dieren in één rubriek ingedeeld. Twee keur­meesters beoordelen het dier ter­wijl de eigenaar enkele rondjes met zijn dwerggeit loopt. Hierna wordt het dier opgesteld en komt de volgende in actie. Nadat alle dieren uit een rubriek beoordeeld en geplaatst zijn, worden er nog enkele rondjes in de geplaatste volgorde gelopen om de keur­meesters de gelegenheid te geven nog kleine aanpassingen in de volgorde aan te brengen. Nadat de dieren definitief geplaatst zijn, worden ze door de keurmeesters van commentaar voorzien waar­om ze zo geplaatst zijn. De eerst geplaatste krijgt een 1A premie, de volgende 1B en zo verder. Bij een groot verschil in kwaliteit krijgt een dier een 2e premie, ook hier eerst een 2A en vervolgens 2B, et cetera. Dit laatste komt de afgelopen jaren sporadisch voor.

 

 

De keuringsdag begint met de jongste dieren, de lammeren, daarna zijn de jeugdgeiten (1 tot 2 jaar) aan de beurt. Dan volgen de jongere geiten, gevolgd door de oudere geiten en de veteranen sluiten de dag. Zodra alle rubrieken geweest zijn, komen per leef­tijd alle 1A geplaatste dieren terug om onderling uit te maken wie kampioen wordt. Zodra de kampioen bekend is, komt num­mer twee uit de rubriek van de kam­pioen (1B) terug en begint de selectie voor het reservekampi­oenschap. Aan het eind van de dag komen alle kampioenen terug om uit te maken wie de dagkampioen is.